Overslaan en naar de inhoud gaan

Kafkaiaanse toestanden : verplicht bijhouden register van buitenlandse arbeidskrachten terug van weggeweest

Administratie

De RSZ laat weten dat Belgische opdrachtgevers (doorgaans hoofdaannemers), toch weer het fameuze register van buitenlandse arbeidskrachten in het kader van de strijd tegen COVID-19 moeten bijhouden én hun Passenger Locator Forms controleren.

De maatregel heeft betrekking op alle zelfstandigen en werknemers die hun hoofdverblijfplaats buiten België hebben, met uitzondering van mensen die vallen onder het statuut van “grensarbeider” of die minder dan 48 uur in ons land zullen vertoeven.

Op 28 juli jl. was er nochtans een nieuw Ministerieel Besluit in het Staatsblad verschenen, dat vermeldde dat Artikel 3 van het MB van 28/10/2020 dat sloeg op deze verplichte registratie, werd “opgeheven”. Maar nu hebben de verschillende regeringen die ons land rijk is, de maatregel weer ingevoerd via de Artikels 28 t/m 30 in een “onderling samenwerkingsakkoord”. Begrijpe wie kan. En dat op een moment dat het Overlegcomité volop versoepelingen van de coronamaatregelen aankondigt. Bovendien werd over de herinvoering van het register door geen enkel Kabinet gecommuniceerd.

De Confederatie heeft deze gang van zaken dan ook reeds aangeklaagd en haar hoop uitgedrukt dat de kafkaiaanse beslissing snel wordt teruggedraaid. Ook al omdat onze bouwbedrijven reeds met verschillende andere administratieve verplichtingen rekening moeten houden, zoals de werfmelding 30bis, de Limosamelding door hun buitenlandse onderaannemers en de Checkinatwork voor werven van >500.000 €.